“Toen in het ontwerp van het Nederlandse klimaatakkoord voor het eerst gesproken werd over het vormen van RES-regio’s, was ik net één jaar wethouder in Horst aan de Maas. Destijds waren de eerste contacten met collega’s uit de buurtgemeenten al gelegd. Bij de daaropvolgende stap – het betrekken van meer gemeenten in de regio – voelde ik me geroepen om die verbinding tot stand te brengen. Duurzaamheid is me uit het hart gegrepen. Als wethouder, maar ook daarvoor al, zag ik steeds meer hoe urgent het is om de wereld daarin te verbeteren. De cijfers laten zien dat er snel iets moet veranderen. Daarnaast heb ik altijd veel plezier gehad in het vormen van samenwerkingsverbanden. Wanneer je de handen ineen slaat, ben je veel sterker, slimmer en creatiever. Dat maakt het voltooien van grote opgaven een stuk gemakkelijker.”
En dat energie een grote opgave is, zal voor niemand nog een verrassing heten. Kuipers vervolgt: “Bij het vormen van RES NML was het besef er al dat het om veel meer ging dan alleen grootschalige opwek. We stonden voor de grootste verbouwing van Nederland. De energietransitie was toen nog een onderwerp waar nog niet veel over gesproken werd, omdat het allemaal erg nieuw was. Het was net als leren fietsen; dat duurt even voordat je het onder de knie hebt. Dat is ook helemaal niet erg, zolang het tempo er maar in blijft. Een groot deel van de uitdaging zat toen in het inrichten van de samenwerking. Opeens hadden we het over zaken als het verduurzamen van woningen, waterstof en groen gas. Dat zijn stuk voor stuk ingewikkelde onderwerpen die samenwerking vereisen. Het thema duurzaamheid stopt namelijk niet bij de grenzen van een gemeente. Het deed me daarom goed om te zien dat dit besef er ook was bij mijn collega’s in de regio. Daaruit is de RES 1.0 ontstaan, met de ambitie om flink minder CO2 uit te stoten en om gezamenlijk 1,2 TWh aan grootschalige opwek te realiseren.”
Positieve energie
Aan wilskracht ontbrak het dus zeker niet. Wel lag er een grote uitdaging in het optimaal benutten van de beschikbare capaciteit. Ook om die reden was de behoefte aan verbinding groot. “We wilden niet afhankelijk zijn van adviesbureaus en zelf het heft in handen nemen. We wilden voorkomen dat elke gemeente een eigen specialist op het gebied van bijvoorbeeld geothermie moest zoeken. Naast dat het al lastig genoeg is om vijftien specialisten te vinden, is dat gewoon niet efficiënt. Dankzij de RES wordt belangrijke kennis onderling gedeeld.” Op de vraag of hij tevreden is over hoe de regionale samenwerking zich sinds de start heeft ontwikkeld, knikt hij instemmend. “Er zit veel positieve energie in de samenwerking. Ik zie veel motivatie om de regio een stukje mooier te maken door betaalbare duurzame energie voor onze inwoners en bedrijven te produceren.”
Mede dankzij die positiviteit ligt de regio op koers om het bod van 1,2 TWh te realiseren. “Daar mogen we zeker trots op zijn. Dat we al ver op weg zijn om ons bod na te komen vind ik heel erg mooi. Achteraf gezien hadden we misschien zelfs ambitieuzer kunnen zijn. In 2030 zijn we er namelijk nog niet; het vizier moet op de toekomst blijven staan. Als je ons bod afzet tegen het energieverbruik in de regio, dan is het slechts een fractie van wat we nodig hebben. We moeten blijven werken aan het realiseren van meer vormen van duurzame energie. Kijkend naar de technische kant van het verhaal, ligt daar nu de grootste uitdaging. Een totaaloplossing is er niet.”
“Op het gebied van opwek staat veel nog in de kinderschoenen en kunnen we niet op één paard wedden. Wat wel zeker is; besparing is ook een deel van de oplossing. Daar is nog winst te behalen. We mogen die kant van de energietransitie niet uit het oog verliezen. Op het thema woningisolatie zijn de afgelopen jaren al goede stappen gezet. Nu is het zaak om ook bedrijven te ondersteunen bij verduurzaming. Dat vraagt om meer maatwerk dan we tot nu toe gewend zijn. Ondernemers zijn creatief. Die willen wel en gaan ook de goede kant op, maar ook zij hebben veel baat bij een sterk verbonden regio.”
In goede handen
Wat Kuipers de RES NML wil meegeven voor de toekomst? “Ik gun het alle ambtelijke collega’s in de regio dat ze elkaar onderling echt als collega beschouwen. Het levert zo veel op als een ingewikkeld vraagstuk kan worden besproken met iemand uit de regio die er al ervaring mee heeft. Als dat zo over en weer blijft gaan, dan wordt elke klus gemakkelijker. In Noord- en Midden Limburg is dat steeds meer te zien. Dat is ook waar de Regionale Energiestrategie in de kern om gaat: samen de problematiek aanpakken met het regionale belang voorop. Het is passend dat wethouder Marij Pollux de voorzittersrol nu op zich neemt. Zij is in staat om mensen te verbinden. Ik ben ervan overtuigd dat ik de regio in goede handen achterlaat. Niet alleen met de nieuwe voorzitter, maar met het gehele ambtelijke team in de regio. Ik zie zo veel kennis en zo veel goede ontwikkelingen. De intrinsieke motivatie is er, als bestuurder hoef je alleen maar een beetje te helpen."